De eerste, moeizame jaren

In het eerste seizoen na de "oprichting" op 18 juli 1923 neemt V.V. Delden niet deel aan de officiële competitie van de TVB. Het royement dat de TVB eerder over de vereniging heeft uitgeproken, is immers nog niet vanzelf ongedaan gemaakt. V.V. Delden speelt in het seizoen 1923-1924 slechts tegen eveneens niet bij de TVB aangeloten clubs. Doordat V.V. Delden echter, na de goede voornemens van de 18e juli, goed blijft functioneren, durft men na één jaar opnieuw de stap naar de TVB te zetten.

Op 12 september 1924, in een gesprek met de TVB, wijzen de Delden-leiders op de nieuwe start die in juli 1923 is gemaakt. Wanneer dan ook nog de persoonlijke schulden van de diverse geroyeerde Delden-leden aan de TVB betaald worden, wordt V.V. Delden weer als TVB-lid aangenomen. Hoewel de competitie ten tijde van de hernieuwde aanmelding al twee weken oud is, kan V.V. Delden alsnog toegevoegd worden aan de 3e klasse -- de laagste klasse.

In de loop van het seizoen 1924-1925 wordt V.V. Delden opnieuw geconfronteerd met financiële problemen uit het verleden. Deze worden echter keurig opgelost, waarmee V.V. Delden bewijst in organisatorische zin echt een nieuwe vereniging te zijn. Een vereniging met een kleine, maar zeer fanatieke, vrouwelijke supporterschare. Wekelijks verschijnt er in de regionale neutrale krant een loflied op de club, geschreven door één van hen. Dat stimuleert blijkbaar. V.V. Delden wordt kampioen en plaatst zich via de promotiewedstrijden voor de 2e klasse in de volgende competitie. Met een zesde plaats en een derde plaats daaropvolgend toont de club daarin thuis te horen.

Maar dan, in de zomer van 1927, doemen toch weer donkere wolken op. De competitiestart is abominabel slecht. Vier nederlagen op rij met 2 doelpunten voor en 22 tegen. De stemming in het veld is navenant. De problemen die daar uit voortkomen leveren enkele leden een schorsing op. Ook de opkomst-discipline van de spelers neemt af. De vereniging wankelt; het is op het randje. Maar door gemeenschappelijke inspanning weet men toch het tij te keren. Wanneer supporter Derk-Jan Vriezekolk bijvoorbeeld ziet dat er voor een wedstrijd maar zeven V.V. Delden-spelers zijn komen opdagen, aarzelt hij geen moment. In zijn zondagse pak gaat hij tussen de palen. Negen doelpunten zal hij om zijn oren krijgen, maar hij voorkomt op deze manier wel financiële schade en gezichtsverlies bij de TVB.

Het tweede deel van de competitie 1927-1928 verloopt dan voorspoediger. Na afloop worden enkele bestuursveranderingen doorgevoerd: Albert Vriezekolk volgt zijn broer Hendrik op als secretaris en broer Jan wordt in Alberts plaats de penningmeester. Het bestuur blijft onder voorzitterschap staan van Jan ter Horst. De organisatorische greep op de vereniging is daarmee weer helemaal hersteld.

De V.V. Delden van 18 juli 1923 heeft in het begin ernstige crises moeten overwinnen. Maar... daarmee heeft zij wel haar bestaansrecht bewezen en haar levensvatbaarheid getoond. Als SV Delden doet zij dit nu al meer dan 75 jaar!

bron: Johan Bos (1994), "Wij worden hier nog helden op voetbalgebied; de vroege voetbalhistorie van Stad Delden 1885-1929"