De ontstaansgeschiedenis van SV Delden

Op 22 april 1909 komt een aantal Stad Deldenaren in vergadering bijeen om de oprichting van een voetbalclub te bespreken. De dag daarop gaat een brief, ondertekend door 21 leden van de opgerichte voetbalclub D.V.C. (Deldensche Voetbal Club), naar de gemeente met het verzoek een deel van de Achtermors -- een veldje waar nu het zwembad in Delden is -- als voetbalterrein te mogen inrichten. Het is een naar godsdienst gemengde club, die zich hult in de kleuren rood en geel. De gemeenteraad gaat akkoord met het verzoek, zij het pas na een vermakelijke discussie over het mogelijk verstoren van de rust voor het daar grazende vee.

 

Na het eerste 'aanloopjaar' groeit D.V.C. naar ongekende hoogte, onder meer door de komst van een tiental geroutineerde voetballers uit Hengelo. Hun technisch, snel en vaardig spel is vermaard. D.V.C. beschikt dan in het tweede jaar zelfs over twee elftallen. Het eerste elftal bestaat bijna uitsluitend uit de Hengeloërs. Dat is meteen de doodsteek. Na de slechts eenjarige aanwezigheid van de Hengeloërs krijgen de achterblijvende Deldenaren het zo moeilijk dat het derde jaar niet meer kan worden afgewerkt. Dus verdwijnt D.V.C. van de voetbalkaart. Maar de naam D.V.C., met haar positieve uitstraling, zal in het neutrale voetbal nog tientallen jaren gebruikt worden -- zelfs in de dertiger jaren wordt er in krantenverslagen nog gesproken van D.V.C. als men het tegenwoordige SV Delden bedoelt -- al draagt geen enkele officiële voetbalvereniging ooit meer de naam D.V.C..

 

De voetbalvereniging D.V.C. mag dan zijn opgedoekt, de Deldenaren blijven op terreintjes en veldjes hun balletje trappen. In 1916 richten de rooms-katholieken onder hen de voetbalvereniging Sparta op, maar die gaat al in 1918 weer ter ziele. Hierop wagen de neutrale Deldenaren onmiddellijk een poging om een officiële neutrale voetbalvereniging op te richten. Er worden vriendschappelijke wedstrijden gespeeld, maar wanneer daadwerkelijk de stap gezet moet worden naar de neutrale bond (de TVB) blijkt dat één stap te ver. Veel spelers durven die verplichting niet aan te gaan. Het clubje valt dan uit elkaar; enkele spelers vertrekken naar Hengelose verenigingen. Maar de kern zal onderling doorgaan en opnieuw aanvulling krijgen.

 

In 1920 zijn weer ongeveer vijftien neutrale spelers min of meer regelmatig actief in Delden. De TVB doet dan verwoede pogingen de neutrale voetballers uit Stad Delden als officiële vereniging binnen haar poorten te krijgen. En met succes. De neutrale handen lijken definitief ineen geslagen te worden en in 1920 is er dan officieel: de voetbalvereniging (V.V.) Delden.

 

Maar toaal onverwachts stapt al na één jaar een aantal voetballers, 'witte-boordjes-kerels' genoemd door de achterblijvers, over naar de korfbalclub. Dat geeft de nodige commotie onder de 'arbeidersjongens', zoals de achterblijvers zichzelf noemen. Er wordt onderling overlegd, ze klampen zich aan elkaar vast en gaan moeizaam door. Maar uiteindelijk blijkt het toch niet meer mogelijk een volwaardig elftal op de been brengen. De V.V. Delden sukkelt het jaar uit en wordt aan het einde van het seizoen 1921-1922 uit de bond gezet wegens het niet voldoen aan haar financiële verplichtingen, onder meer door het herhaaldelijk niet opkomen bij competitiewedstrijden. Dit betekent echter -- zoals bekend -- niet het einde van het neutrale voetbal in Stad Delden. Het wel wat kleiner geworden groepje gaat, buiten de bond om, in 1922 verder als niet-officiële vereniging.

 

...wordt vervolgd...

 

 

(bron: Johan Bos (1994), "Wij worden hier nog helden op voetbalgebied; de vroege voetbalhistorie van Stad Delden 1885-1929", Enschede/Delden)